Baklava

Smelt de boter in een steelpannetje. Optioneel: haal het witte schuim (melkeiwitten) van de boter af (ze kunnen in een worst case scenario wat verbranden tijdens het bakken en dan smaakt het niet lekker).

Maak de pistache- en walnoten fijn met een deegroller of in een hakmolen/foodprocessor. Meng ook de kaneel er doorheen.

Vet de bakvorm in met de gesmolten boter. Snijd het filodeeg op maat van de bakvorm.

Leg twee vellen filodeeg in de bakvorm en besmeer met boter. Herhaal dit tot er 6-8 vellen filodeeg in je bakvorm zitten. Doe dan een laagje nootjes op.

Herhaal de stappen met filodeeg en boter. Heb je nog nootjes over? Verdeel die dan gerust nog tussen wat lagen filodeeg.

Smeer tussen de laatste en eennalaatste lagen filodeeg nog boter (dat heb ik hier op de foto niet gedaan, maar dat maakte het snijden wel moeilijker). Snijd de baklava in het gewenste aantal blokjes.

Bak de baklava op 180°C gedurende 25-35 minuten (tot hij goudbruin is).

Terwijl de baklava in de oven staat, maak je de suikersiroop. Doe alle ingrediënten in een steelpannetje en laat ongeveer 10 minuten koken. Als je hem te lang kookt, wordt hij erg dik en dan wordt je baklava té plakkerig (ja het kan en ik heb me daar ook al schuldig aan gemaakt).

Als de baklava uit de oven komt, doe je de suikersiroop er gelijk overheen.

Laat de baklava afkoelen, minimaal 2 uur, maar het liefst een nachtje in de koelkast. De baklava neemt de suikersiroop op. Verdeel eventueel nog wat nootjes over de bovenkant voor decoratie.